Castratie:
Indien er niet met het mannetje wordt gefokt, kan hij het beste gecastreerd worden. Hierdoor zullen ze minder geur verspreiden en wat gemakkelijker in de omgang zijn. Ongecastreerde mannetjes kunnen absoluut niet bij andere fretten worden gehouden.
Het mannetje kan vanaf een leeftijd van 6-8 maanden worden gecastreerd. Indien het fret voor die leeftijd al ongewenst gedrag vertoond of erg ruikt, kan het ook op jongere leeftijd.
Het komt regelmatig voor bij het fret dat de balletjes niet indalen. Dit wil zeggen dat 1 of allebei de balletjes zich nog in de buik of in het lieskanaal bevinden. Indien er nog een balletje in de buik aanwezig is, moet deze echt verwijderd worden. De temperatuur in de buik ligt een stuk hoger, waardoor de kans groot is dat er een tumor ontstaat in de bal. Als de balletjes zich in het lieskanaal bevinden, zou het fret ook chemisch gecastreerd kunnen worden door middel van een hormoonimplantaat.
Sterilisatie:
Het vrouwtje wordt in het bronstseizoen, wat ongeveer loopt van maart tot september, loops. Ze zal loops blijven totdat ze gedekt wordt. Een vrouwtje wat niet wordt gedekt, zal dus ongeveer 6 maanden achter elkaar loops blijven. De hormoonspiegel in het fret blijft hoog, waardoor er grote problemen kunnen bestaan. Het belangrijkste probleem is beenmergdepressie.
Dus als er niet gefokt wordt met het vrouwtje, kan ze het beste gesteriliseerd worden. De vrouwtjes kunnen het beste gesteriliseerd worden voor of in het begin van de loopsheid vanaf een leeftijd van ongeveer 6 maanden. Het is verstandig om ze niet langer dan 1 maand loops te laten zijn. We steriliseren dus liever op jongere leeftijd dan dat we ze lang loops laten worden.